Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Saul nu [2]zat aan het uiterste van Gibea onder den granatenboom, die [3]te Migron was; en het volk, dat bij hem was, was omtrent zeshonderd man. 2. Dat is, had zijn tent geslagen. 3. Van Migron wordt ook gesproken Jes.10:28. Het is een stuk lands, gelegen aan de ene zijde der engte naar Gibea aan; hier lag Saul in de spelonk met zijn zes honderd mannen, loerende wat de Filistijnen doen zouden; onder, vs.11.